donderdag 3 september 2009

Een tijdloze blik met de bodes van het hart

Overpeinzingen bij Tuin der lusten & De dynamica van begeerte



Stel je voor, een bezoeker had gehoord dat Engelbrecht II of Hendrik III (de werkelijke opdrachtgever blijkt een twistpunt te zijn) in zijn paleis de Tuin der lusten had hangen. Graag zou hij zit wonderlijke werk bekijken maar vooraf is een gedachte door zijn hoofd gegaan: ‘Ik wist niet of dit voor mijn ogen was bestemd, of ik wilde zien wat ik zou gaan zien, of ik niet een grens zou oversteken van waar geen terugkeer mogelijk was, maar ik wist ook dat ik zou kijken en kijken als naar een akelig ongeluk aan de overkant van de weg.’
Voor het schilderij staande dacht hij misschien: ‘Het duurde even voor mijn ogen gewend waren, voor ik mensen en ledematen kon onderscheiden die verenigd waren tot vreemdgevormde fatasiedieren. Er was torenhoog genot en de ontregeling van alle zintuigen’.

En erna: ‘Ik had achter de begeerte gekeken en het niets gezien. Afgrijselijk, afgrijselijk. Het is de leegte van het niet-zijn, van de stilte voor en de stilte na je dood . De god van de seksualiteit lacht naar je – met de grijns van een doodskop. En je weet, de begeerte, dat is het leven zelf – en de niet-begeerte, die leegte, ja, dat is de dood; je surft op een schil van tijd in een wentelende oneindigheid’.

Met enige fantasie zouden dit de gedachten van een middeleeuwer kunnen zijn, ware het niet dat het uitspraken zijn van een tijdgenoot, namelijk Tommy Wieringa over een bezochte Wasteland party, beschreven in ‘De dynamica van begeerte’, onder de kop ‘De geschoren aap’ naar aanleiding een collegereeks voor de Technische Universiteit Delft. Ter verduidelijking: Wasteland is opgericht in 1994 in Amsterdam. De onderliggende idee is om de ondergrondse fetisj scène openlijk te tonen. Het uiteindelijke doel was een klimaat te creëren van tolerantie en acceptatie voor de fetisj cultuur. Men wilde een plek maken voor hetero’s, homo’s en biseksuelen. Sinds die tijd worden her en der party’s georganiseerd, veelal op lege fabrieksterreinen, in lege loodsen. Vrije seks is de onderliggende idee.

Houdt Bosch de Middeleeuwer een spiegel voor? Nee, het doek was duidelijk ter lering en vermaak bedoeld. Houdt Bosch ons een spiegel voor – zou kunnen. Als we uitgaan van dat wat we zien, wat we willen of kunnen zien. We kijken vanuit eigen ervaring, niet vergetend dat eenieder een kind van zijn tijd is. Als we met Boeddha en Wieringa ervan uit gaan dat de ogen de bodes zijn van het hart, wat zien we dan als wij voor dat doek staan? Staan wij met Freud naar een verboden gebied te kijken, zien wij zaken die ook voor ons taboe zijn en schemert de idee van hemel en hel door vanuit ons onbewuste?

De tuin in de Middeleeuwen, de liefdestuin, voorzien van fontein, fijn geurende bloemen en zingende vogels, díe tuin der lusten heeft plaats gemaakt voor donkere afgelegen lege fabrieksterreinen, waar niets kan groeien of bloeien. Eén van de hoofdthema’s in Bosch’ werk is de onvruchtbaarheid. Lege eierschalen bijvoorbeeld staan hier symbool voor. Wieringa ziet het als hoofdthema van de Wasteland party’s, van de porno: ‘Later, toen de herinnering haar grootste morele ballast kwijt was, begreep ik dat onvruchtbaarheid een wezenskenmerk is van porno, waartoe ik ook zulke feesten reken. In de naam ligt de onvruchtbaarheid al besloten, Wasteland, het barre land, de grote dorheid waar niets groeit.
In onze huidige maatschappij waar moraal op hoog vaandel wil worden gebracht schreeuwt men over de seksualisering van de samenleving, de pornoficatie zo men wil.'
Kamerleden doen uitspraken hierover, zoals J. Dijsselbloem van de PvdA die meende dat seks en porno hun intrede doen in ons dagelijks leven en dat wij (wie die wij dan ook moge zijn) dat niet langer willen laten gebeuren. ‘Ook een kamerlid van de CDA vond dat we zulke feesten niet schouderophalend mochten laten passeren ‘het zijn jonge mensen, in de wording van hun leven.’ Zeker, en het lichaam is een tempel, iedereen mag erin. 'De steriele esthetiek van de porno heeft de wereld allang veranderd, omdat ze de mensen heeft veranderd. Ik ken bijna niemand die er niet zijdelings door is aangeraakt, want de meeste mensen raakt het vol in het gezicht. Pornografie is een directe, confronterende cultuuruiting – ze verdraagt subtiliteit noch ironie.’

Met dit laatste zou de middeleeuwer het niet eens zijn, hij kende het begrip pornografie niet eens, en voor ironie, een bewustzijn van het absurde was zeker plaats. Maar begeerte en hebzucht troffen ook toen vol in het gezicht, hand in hand met dood en verderf werden ze hem met de paplepel ingegoten: ‘Hem (de middeleeuwse mens, mm) werd geleerd dat de zonde zich altijd voordoet in de meest verleidelijke gedaanten, maar dat achter die schoonheid en betoverende zinnelust dood en verdoemenis op de loer liggen. De waarneembare wereld leek op de in de tijd van Bosch zo geliefde kleine ivoorsnijwerken, die op de voorzijde vaak een minnend paar of een verleidelijke naakte vrouw te zien gaven. Op de achterzijde kon men een ontbindend lijk aantreffen. Wat Bosch ons met de Tuin der lusten wil laten zien is dus een vals paradijs, waarvan de vergankelijke schoonheid de mens naar de ondergang en verdoemenis voert, een motief dat evenzeer in de middeleeuwse literatuur algemeen was. (...) Men dacht dat onkuisheid evenals de hebzucht tot andere doodzonden leidde; ze werden beschouwd als de oorsprong van alle andere kwaad omdat ze de eerste zonde waren die werden begaan in het aardse paradijs.’
‘Im Mittelalter wurde de Geschlechtsakt als Beweis für den Fall des Menschen aus dem Status des Engels gesehen. Bestenfalls war er ein notwendiges Übel, andernfalls eine Todsünde. Wollust ist, im Wortsinne, das zentrale Vergehens des Gartens.’
En wat schrijft Wieringa anno 2007 over begeerte en lust? ‘De fysieke honger die de man aan het leven verbindt, is ten diepste seksueel geladen. Het is de schreeuw van de extatische oerkracht die leven heet, die tegelijkertijd vooruitwijst naar de dood. Seks en dood, Eros en Thanatos, die in andere pantheons één en dezelfde zijn. De mytholoog Joseph Campbell wijst hierop in ‘Mythen en bewustzijn’, een tweegesprek in boekvorm: ‘De god van de dood is tegelijkertijd ook de heerser over de seksualiteit. Je ontdekt de ene na de andere god die zowel de god van de dood als van de opwekking is. De doodsgod Ghede uit de Haïtiaanse voodootraditie is ook de god van de seksualiteit. De Egyptische god Osiris was rechter en heerser over de dood, en heerser over de opwekking van het leven. Het is een basisthema; dat wat sterft geboren wordt. De dood moet er zijn om leven te hebben. Uit de lijken van Christus, Attis, Adonis kiemt het voorjaar – zij stierven om uit de dood te herrijzen.’

Wat zien wij? Zien wij de seksualisering van onze maatschappij als wij voor het drieluik staan, speelt het even mee in onze gedachten?
Volgens Johan Huizinga in ‘Herfsttij der Middeleeuwen’ was het leven in de middeleeuwen zo gewelddadig dat het er naar een mengeling van rozen en bloed stonk. De mensen van die tijd pendelden steeds tussen helleangst en zachtmoedigheid, tussen streng ontzien en bedwelmende overgave aan de vreugden van deze wereld, tussen haat en goedheid, steeds tot in extremen. Staan wij wel zo ver af van die middeleeuwse mens? Zijn wij bezig met onze ‘nieuwe’ moraal een memento mori crescendum op te bouwen? Je vraagt het je af. Als wij, met al onze moderne geneugten en heel onze verlichte geest in de spiegel kijken, naar deze tuin, zien wij onszelf?
En schrikken wij van wat we zien – zijn wij, zoals Wieringa stelt: ‘Opgegroeid voor de Spiegel? Onze spiegels zijn van glas, met een laagje aluminium of zilver op de achterzijde. Op geen moment in de geschiedenis van de mensheid zijn er zoveel spiegels geweest, zowel in de privésfeer als in de openbare ruimte. Het ken uzelve, dat bij het orakel van Delphi was afgebeeld - een levensbeschouwing in atomaire vorm – is geworden tot een zie uzelve.’

Zien wij onszelf in de Tuin der lusten? Gombrich schrijft in ‘Art perception and reality’: ‘We tend to project life and expression onto the arrested image and supplement from our own experience what is not actually present…..the artist must so exploit the ambiguities of the arrested face that the multiplicities of possible readings result in the resemblance of life.’
Zoals al gezegd: we zien dat wat we kunnen zien, ons leven anno nu geprojecteerd op een doek uit de Middeleeuwen. Tijd valt weg: 'Die Paralellen zwischen jener Welt und die heutigen wachsen zusehends, während wir verbundenen Auges in die 80er jahre taumeln. Die Europäischen Gesellschafts des Mittelalters mag zwar nicht mit der eigenen Fähigkeit konfrontiert gewesen sein, die Erde selbst zerstören zu können, aber man glaubte fest an eine Incarnation des Zorns, die stets im begriffe war, genau das zu tun. Wenn man wie es manchmal scheint, in unserer Zeit vom Tage der Geburt an mit essen, trinken, atmen sich die Krebskrankheit hilfslos zu Gast lädt, so lebte Boschs Zeit mit dem ebenso blinden Wüten der schwarzen Pest und Kriegen’.
Algemene onzekerheid is wat ons ook verbindt met die verre voorouder, Huizinga: 'Überall schreien die bunten Sünden und jammert das Elend….die chronischen Formen, die der Krieg anzunehmen pflegte, die fortwährende Beunruhigung durch allerlei gefährliches Gesindel, die ewigen Bedrohungen durch eine harte und unzuverlässige Gerichtsbarkeit und ausserdem noch der Druck von Höllenangst, Teufels- und Hexenfurcht hilften ein Gefühl allgemeiner Unsicherheit wach, das wohl dazu angetan war, den Hintergrund des
lebens Schwarz zu färben….das Feuer des Hasses und der Gewalt lodert hoch empor.’, onzekerheid die niet meer zozeer wordt aangewakkerd door het christendom als wel door zekere politici.

Maar speelt in ons onderbewuste tijdens het kijken naar het doek de idee mee dat in alle religies, in elke geestesrichting de vervulling juist in het beperken van begeertes ligt, een alchemisch proces waarin de talloze aandriften en verlangens worden omgesmolten tot een zuiverder materiaal? Want dat is wat Bosch ons wil laten zien. In de stijl van zijn tijd, heel het leven was religieus.

Wat kan de middeleeuwse mens, Bosch ons dan leren? Wel, misschien juist dat wat Huizinga beschrijft: 'Das Mittelalter vergass niemals, dass alle Dinge absurd wären, wenn ihre Bedeutung sich in ihrer Funktion erschöpfte und ihrem Platz in der uns erscheineden Welt, wenn sie in ihrem Kern nicht auf einen Welt jenseits der unseren verweisen würden…nichts ist zu klein, das Verborgene darzustellen und zu verherrlichen.’
Staan wij voor de Tuin der lusten, zouden we juist dan niet dat oog voor het absurde in het grote en in het kleine tot ons hart moeten laten spreken? Zouden we ons niet wat meer kunnen richten op het symbool, want zoals Gombrich stelt: ‘The true miracle, it seems to me, is that we still store so many impressions that recognition of the familiar and the unfamiliar must be of the utmost biological importance(…)our recal is rather imperfect. But we have developed an instrument to overcome this disability, an instrument we retain largely in our grasp, namely, the symbol. For though what we call reality is too rich and too varied to be reproducible at will, symbols can be learned and recalled to a surprising extent.’
Nee, we moeten zeker niet zo ver gaan als de middeleeuwer die in elk ding in zijn wereld en achter elke naam een verstopte boodschap zag, en zeker niet zover gaan als Augustinus die schreef dat het niet uitmaakte of bepaalde dieren echt bestonden, dat alleen hun betekenis belangrijk was.
Maar het absurde, de humor ligt ook op straat, voor het grijpen, het pluk de dag in keurig evenwicht met het memento mori – dat zouden we moeten kunnen inzien.
Met Beagle denk ik dat de Tuin der lusten in het steeds terugkerende spel van tegenstellingen een tijdloos werk is, want is de mens niet zelf een vat vol tegenstellingen.
En is, in onze chaotische maatschappij, waarbij onzedigheid voor het plukken ligt, waar volgens sommigen schaamteloos geadverteerd wordt met de begeerte en door slim manipulerende reklameburaux gezinspeeld wordt op onze hebzucht, waar de wereld steeds kleiner wordt omdat hij juist groter lijkt met behulp van internet, kortom, waar oog & hart steeds gestreeld lijken te worden, de mens niet juist, en steeds meer, bezig terug te grijpen naar de moraal van het verhaal?


Een kunstwerk goed zien betekent afstand nemen, van het werk, letterlijk, en figuurlijk in de geest, er wordt ons een spiegel voorgehouden, nu nog in het geval van de Tuin der lusten, terwijl ons oog gaat over het wonderlijke drieluik, met al zijn symbolen en verwijzingen, kunnen wij niet anders dan ons openstellen voor de voor ons mogelijk begaanbare paden van die tuin, van de weg die wij daarna, na het zien, zullen nemen, de eerste stap op die weg zal toch weer anders zijn dan de stap die we hadden genomen als we niet hadden gekeken, met open ogen, de bodes van ons hart.


Citaten - aangegeven tussen anhalingstekens - dankbaar ontleend aan 'De dynamica van begeerte', Tommy Wieringa, 'Hieronymus Bosch, tussen hemel en hel', W. Bosing, 'Der Garten der Lüste, unsere Welt in den modernen Malereien des Hieronymus Bosch', Peter S Beagle, 'Art perception and reality', Gombrach e.a.

zondag 12 juli 2009

Puppeteer


A few months ago, I came home from a hard day of work. Longing for the couch, I went up the stairs to the livingroom. Once there, the room seemed strangely bright. Now, I do have a bright room, having 3 windows at both sides, but this time the light seemed brighter, more intense. I looked around. Was there a lamp on? No. Was it the fatigue which played trics on me? I looked at the windows on the side where the garden is, ran to the window, openend it, and threw, from my tones, a scream into the hood.
My little citygarden borders the one of the neighbours across from us. The distance between our houses will be, approximately, 7 meters. In the garden of those neighbours stood a big, proud weeping willow, which raised her peak to my roof. My bedroom, on the topfloor, was sheltered by the jungle of leaves of this old tree. I used to wake up with the wispering of the wind through the leaves and, at night, that sound oozed me to sleep, as a lullaby.

Now, you would never find me, on a walk in the woods, in deep conversation with a tree. However, one time I amazed myself, looking from my bedroomwindow at the rain of leaves at an early awakening, to speak the following words: 'We will survive, won't we, gal'. Startled my hand covered my mouth. Had it come this far that I started talking to myself? But the words were aimed at the tree. Apparently I now was a panpsychist, I souled the tree. For me, that tree stood for perseferance.

You may have noticed, I'm writing in the past tense. The tree is gone, cut down, sawn into pieces, dead.

I stood there at my window, flabbergasted, staring at the space it left behind. I looked straight into the appartment of the opposite neighbours. At those of all the neighbours. And they looked directly into mine. Gloomily I closed the window with the feeling of having lost a close friend. A brute murder had been performed in the backyard. The meaning that the tree had had for me hit me like a mean slash in my face. It didn't seem to disturb the other opposite neighbours, they were standing on their balcony, looking into my room. I looked back, 'Nice and bright, huh?' they called out, happely nodding, to me. 'Yes, and nicely transparent!' I grumbled morosely. These neighbours moved, by the way, one week later. That's why they were so cheerful. They weren't the ones left behind with an unsolicited open house.

Why had those tree-owners cut the
healthy willow? They didn't live in the house themselves, they moved to the pampas and rented out the appartment, now they tried to sell the house. Probably, one sleek broker told them that the house would be sold more easely if they took away the lightconsuming tree. I can't imagine anything else. They could have topped the tree, if they were afraid it might fall down, as another neighbour had done, that tree is still there.
A half year later, the house still isn't sold. There are new tenants. Ones who never, really never, close their curtains. Typical Dutch, you might think, one has to show off ones stuff! And so, I'm flaunting, unwillingly, my life. In the meantime I bestowed a whole background on these two people. They must have money, both are in their twenties, and the rent is - as another neighbour told me - high. Looking at their furniture, design and not the Ikea sorts, they must be into graphical design. Although she doesn't look like a very designy person with her Barbieponytail. He does wear fashionable glasses, however. The guests they entertain are of a particular sort. Once I saw one cooking only wearing a white apron. Nothing more. I hope he put something more on during eating, but I didn't dare to look at that.

That I, so shamelessly, fill in their lives, I do without a trace of bother. They are the once flinging their world at me. In doing that, they can expect me to make a good job of it! They've become the equivalent of the puppet-shows of my youth. And this time, I'm the puppeteer.
One of these days, I going to attach something very designery & artistic at my windows. To stop their filling in of our little world.
Enough = enough!


At nights, when I lay in bed, I can hear the rustling of the leaves from the trees in the park.
And I feel a flaw, deep inside, she is not here, she is gone.

zaterdag 11 juli 2009

Vulnerability of a coldblooded creature


At the show 'Shrimpstories' made by Hotel Modern I saw grown-ups - 3 of them - playing with dead shrimps. We saw a shrimp playing the drums, a shrimp pair making love, a French shrimp writing a loveletter, during the French revolution, to his mistress, and, what hit me the most: a schrimptramp which tried to sell roses to other shrimps at a restaurant. As hard as he tried, noshrimp bought one.
Later he was standing, alone and tranquil, in a disco, under a discoglobe on a very busy & tremulous danceflour between cheerful stamping prawns. He looked sad. It seems as if I could make out an emotion in his glassy shrimpeyes. With a hanging head he went away and we found him, in the next scene, dead on the street. Murdered with scissors, the dried out flowers laying next to him, scattered on the pavement. I heard myself saying, out loud, 'aaaaah'.
Apparently I'm able to project emotions on a dead fish. My thought emotions, because, as is written, the shrimp was dead, and, above all and between U & me, it would never occur to me - untill now that is - to bestow emotions upon a prawn, which I normally find on my plate, covered with parsley and garlic.
To my dog - yes, to my food - no.


People project peoplethings on animals, and, yes, I can even do it on dead animals. I see the enormous vulnerability of a coldblooded creature that I label as 'lonely' between a crowd of other dead fish.


People project their own things on other people, but, can one open up towards the projected vulnerability?
I wonder.

vrijdag 10 juli 2009

IJeren


If they won't eat it, thrust it in, is my motto when we're talking about culture.
Other than me, my family isn't that culture minded. So to put the scale right I took them to the 'Over 't IJ' festival. I thought it would be nice for those cultureblockheads as getting there is with a ferry. Who doesn't like that? Standing in line, the youngest of the tribe called out: 'Jeez, there are a lot of Alto's here, aren't there? For those of you who don't know what an 'Alto' is, it's a frase used for people who look - but don't act primarily, alternative. That used to imply Birkenstocks and goatsocks, well, the 'hip-people' took over the Birky's and what's left? Exactly, the socks. And so, the tone was set. With a fresh blush on the cheeks, actually it was a rather cold wind that blew us over the water, we set foot on land. I hoped to get the cards I ordered so we could get a bite at one of the nicest restaurants I know over there - Noorderlicht. The festival hadn't open yet, the bar was being set up, but that was it. The rest looked a bit gloomy. So we went directly to the restaurant. After an hour we went back to the festival location hoping the boxoffice had opened, it hadn't, so we had another drink at the bar. The little-one-with-the-big-mouth went to the trashcan to throw away his plastic cup (alternative as it may be, plastic is the thing they used). He gave a big yelp and with a face full of disgust he came back to us: 'You have to see this!' We all went to the can, expecting the worst...and the worst is what we got! I hope, reader, you haven't been to this place and have eaten there 'cause what you are about to witness might turn your stomach!


After that we went to a sound/light performace in a tunnel under the Central Station, going there again with the ferry. The entrance into the tunnel was terrific, the music - a trembling noice which grew louder, you could feel going through your body when you lay down on the sheepskin (there you have the goat/sheepthing again) sofa's. The lightshow was disappointing. 'Interesting' is the expression you use for such performances, I think. Ferry again and then a terrific work called 'All the people I didn't meet'. We met eachother and had a great time in a room full of mist. I loved hearing some-one talking to me on a phone and telling me about my favourite book: 'Les jeux sont faits,' what can I say: indeed, they are!

donderdag 9 juli 2009

mobileMe



Over the years I had a lot of Handy's - which is my favorite word for Mobilephone. Some were stolen, some lost, some cast away, not one free...
To let my little world know that my number had changed, I sent a photomessage into the ether. & what do I know - working on a Mac - mostly people weren't able to open it. So here U have it - the photo that is, don't shoot the messenger......pleazzzzzz